donderdag 12 april 2018

Op kap van de kinderen


Dat Rusland en Amerika het niet al te best met elkaar kunnen vinden, is oud nieuws natuurlijk. En het is moeilijk te begrijpen dat net in die cruciale landen ‘white priviliged men’ aan het roer staan die wereldvrede op het spel zetten via tweets, anno 2018.

Maar waar ik het eigenlijk over wil hebben zijn de kinderen in het verwoeste Syrië die er bang hun lot afwachten, slachtoffer worden van een volgende nog giftigere chemische aanval, de zoveelste aanslag op de menselijkheid die niemand nog kan pikken, en toch, Europa zwijgt en wacht. (Of wacht, May en Marcron gaan akkoord met Trumps huidige houding wat de situatie in Syrië betreft, maar wat betekent dat eigenlijk concreet? Dat zij openlijk achter nieuwe aanvallen staan, dat zij burgerslachtoffers zien als een ‘het doel heiligt de middelen?’)

En België wacht, op wat in godsnaam? Op het zoveelste hartverscheurende filmpje dat plots op Twitter of Facebook verschijnt? Nog meer visuele bewijzen van al die kapotte kinderlevens? Het is mij een raadsel dat ook woede in mij wakker maakt. Er zijn onderhandelingen, telefoongesprekken, er worden oorlogskabinetten aan tafel geroepen. In grote beveiligde gebouwen praten zij over mogelijke acties of sancties tegen Assad (Maar Assad is Syrië en in Syrië leven vele onschuldige burgers, toch?)

Al dat aanhoudend gepraat is in deze urgente situatie eigenlijk een laffe kaart trekken, vind ik. Het is indirect tegen die kinderen zeggen: mijn land moet even bekijken hoe wij er het beste uitkomen, onze economische en financiële belangen afwegen, onze politieke en diplomatieke relaties met buurlanden, Europa en de wereld onderhouden, ervoor zorgen dat we niet in te nauwe schoentjes terechtkomen. Of in kindertaal: ‘Jouw leven telt alleen als wij er zelf niets bij te verliezen hebben.' (Of erger: als wij er zelf iets mee kunnen verdienen, want de oorlogsindustrie is genadeloos.) Maar dan gaat het ook: 'Vrees niet, we zijn niet egoïstisch, we handelen in het collectieve belang van de wereld.' 

Dat we allang faalden in het streven naar dat collectieve belang, is voor mij geen ver-van-mijn-bed-gegeven. Volgende week maandag sta ik opnieuw voor mijn OKAN-klas met daarin enkele gevluchte Syrische kinderen (Kun je hier eigenlijk over de ‘gelukkigen’ spreken omdat zij ontsnapt zijn aan nog meer ondragelijk leed?) en schaam ik mij collectief voor de lafhartige houding van België, en van het westen. Het afwachtend niets doen, het doorschuiven van verantwoordelijkheden in andermans schoenen, het wegkijken waarmee wij eigenlijk alleen maar de geschiedenis feilloos herhalen.

In mijn klas zitten gevluchte leerlingen hopend op betere levens, op nieuwe kansen, op wakker worden onder bomvrije luchten, op het snel overgaan van de oorlog zodat zij terug kunnen keren naar daar waar hun wieg staat. Want zij hebben niet voor deze oorlog gekozen, zij hebben er helemaal niets mee te maken, voelen woede die ze niet direct tegen iemand kunnen richten, want wie is er eigenlijk echt verantwoordelijk voor? Amerika, Rusland, de regering Assad, Europa? Zij weten het in ieder geval niet. Ze geven de feiten betekenis door er een elfje over te schrijven in de klas dat als volgt gaat:
Syrië
vechten, moorden
oorlog woedt er
mensen vluchten allemaal weg
pijn

Mijn leerlingen, en zovele anderen, hebben al eindeloos veel geleden, hun rugzak zit (stilletjes aan) boordevol, en toch, het meerderdeel van de tijd zitten zij lachend, enthousiast met omhooggestoken vinger in mijn klas om een nieuwe taal te leren. Zelfs wanneer zij een familielid of -leden verloren hebben, zelfs als er onzekerheid heerst over hun verblijfsstatus in België, zelfs als er geen contact meer is met het thuisfront, zelfs als het OCMW (wat nog altijd een afkorting is voor Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn) hen uit hun Belgische tijdelijke huurhuis wil zetten, omdat ze dringend een eigen woonst moeten zien te vinden, (omdat de wet de wet is), zelfs als ze hier in hun eentje zijn aangekomen. (En dan spreek ik nog niet over de omstandigheden onderweg, de mensensmokkel, de doden.)

En wij, België, verwachten van hen in de eerste plaats een vlotte integratie in onze Belgische maatschappij, waar zij onze taal moeten leren (het liefst in minder dan één schooljaar, 10 maanden dus) en zich schikken naar onze waarden en normen. Wij eisen van hen die vlekkeloze integratie in het land dat hun thuisland in essentie eigenlijk compleet in de steek liet, dat er niets heeft aangedaan om een verschil te maken in het stoppen van die verschrikkelijke oorlog. En als zij niet in staat zijn om tijdens de belangrijke interviews op het commissariaat in Brussel een samenhangend verhaal te vertellen, en de vragen op een ‘goede’ manier te beantwoorden, (lees dezelfde antwoorden geven op dezelfde vragen die interviewers herhalen in andere woorden en andere formuleringen) dan dreigt de uitzetting uit ons land. Dan zijn ze hier niet meer welkom. (Al blijft het de vraag of ze dat in de eerste plaats al waren.)

De huidige politieke dreigingen opgevoerd door Amerika en Rusland zijn wraakroepend als je die andere kant van de realiteit ziet, de gevluchte kinderen op de schoolbanken die kost wat kost voor dat betere leven willen gaan. De alarmerende dreigingen en het haantjesgedrag van Trump en Poetin zijn levensgevaarlijk voor elk kind dat zich nog steeds in dat bedreigde gebied bevindt, voor elke mens die er nog zijn of haar eigen leven heeft. Met al die kinderen in het achterhoofd lijkt het me onmogelijk om niet verontwaardigd te zijn over de (apathische) houding van het westen. Als er nu iets is wat ons kan verbinden, laat het dan de verontwaardiging zijn, het bewustzijn dat wij dit niet meer pikken, de schreeuw om directe actie in de vorm van snelle vredesonderhandelingen, geen nieuwe aanvallen, of in de woorden van Stéphane Hessel: Neem het niet! (Zijn prachtige essay is brandend actueel.)

Neem het niet! Dat er geen kapotte kinderlevens meer moeten volgen waarover ze later elfjes schrijven die je keihard bij de keel grijpen. En dat schreeuwen kan wat mij betreft ook op Twitter beginnen: Stop the Syrian war. #enoughisenough

zondag 7 januari 2018

Zij met hun vele uiteenlopende verhalen.

Geachte heer Dewinter

Ik nodig u uit op de schoolbanken van een OKAN-klas, de Onthaalklas voor Anderstalige Nieuwkomers. Velen onder hen zijn kinderen van ‘de mensen die hier zonder centjes aankwamen’ en die volgens u ‘weinig meerwaarde bieden’, bron vrtNWS. Graag plak ik voor u een gezicht op de ‘verkeerde nieuwkomers’.

Mijn leerlingen leren de taal en dus ook hun blik verruimen, omdat zij vaak iets moeten uitleggen met handen en voeten. Daardoor ontdekken zij de kracht van ontelbare Nederlandse (werk)woorden. Kijken wordt twee vingers die naar de ogen wijzen. Schrijven wordt een hand die een sierlijke beweging maakt. Nadenken wordt een tik op de slapen. Lezen wordt een wijsvinger die over papier gaat. Luisteren wordt het trekken aan een oor.

Zij voorzien onze Nederlandse taal van plasticiteit. En als dat nog niet volstaat, wat kan, springt er een andere leerling enthousiast bij die vertaalt. (Ja, het gebeurt, en wat is het mooi als we elkaar eindelijk begrijpen.) En waar taal niet nodig en overbodig is, vinden we elkaar steevast opnieuw, in de glimlach, in het wederzijds respect voor elkaars achtergrond, godsdienst en meningen.  

Zij met hun vele uiteenlopende verhalen die daar vaak in hun latere leven een zware prijs voor moeten betalen. Sommigen blijven zwijgen en lachen. Anderen worden boos, omdat wie geen manier én taal vindt om verdriet te uiten vaak terugvalt op woede.

Zij die soms maanden alleen onderweg zijn geweest, zij die voor hun leven hebben gevreesd. Zij met gebroken gezinnen. Zij die opnieuw van nul moeten beginnen. Zij die vaak het liefst in hun thuisland waren gebleven, zij die het nodige moesten doen om die vreselijke oorlog te overleven.

In een OKAN-klas zit de wereld samen, meneer Dewinter. Wij concentreren ons dagelijks op alle gelijkenissen en halen uit de verschillen een kracht om mee te bouwen aan dat noodzakelijke wij-verhaal. Bij ons staat elk kind en dus ook elk leven centraal.


Goede groet


De ‘verkeerde’ nieuwkomers en OKAN-leerkracht, Lies 

dinsdag 13 december 2016

Je hebt helden nodig, het liefst dagelijks.

Je morst op onmogelijke plaatsen, zegt zij.
Ik laat sporen na, zeg je. 

De kamer bemoeit zich met niets. Er is het stof en je Swiffer en die twee kunnen het al maanden niet meer met elkaar vinden. Je hebt het over vermoeiende vredesakkoorden die de gesprekken vooral halen door het uitstellen ervan. Van muren houd je het liefst als ze zwijgen. Als ze koppig rond de stilte staan en heroïscher worden met tijd. Je hebt helden nodig, het liefst dagelijks, om te blijven geloven in goede mensen. Om te blijven geloven dat je op blote voeten in het gras mag staan terwijl je zolang naar de maan kijkt tot je loensende ogen krijgt, en gedachten.

Je wordt het gemakkelijkst verliefd op verdrietige mensen, omdat zij getroost moeten worden. Je hebt een schoot waarop je van alles gaat aaien tot elke rimpel en plooi vanzelf verdwijnt en elk gevoel dat daarbij hoort. Dikke, oude katten die manken, krijsende baby’s met groene snottebellen en mensen die van cake houden en kruimels achterlaten en sorry zeggen, alsof ze het liefst nergens nog willen bestaan.

Je gaat een liedje zingen over kinderen met ongelijke kansen. Gisteren keek je nog eens televisie. Je wilde meepraten en lachen en grapjes eindelijk begrijpen. Misschien ook onthouden, maar in alle eerlijkheid was dat hopeloos. Even hopeloos als goede punten halen voor een wiskunde-examen nadat je vier uur gestudeerd had en waarna je jezelf beloofde schrijver te worden. Dromen ontstaan het gemakkelijkst na wanhoop. Wanneer het waanzinnig is nog iets te hopen, maar de dromen hebben alleen een hart nodig, zei iemand. Hij kon je vader zijn, dat was hij misschien eens af en toe, als er tijd was.  En geld. 

‘Kies een woord’, zegt ze.
‘Waarom?’ zeg je.
'We moeten meer vragen stellen,' zegt ze. 

De ketel fluit. Je gaat thee drinken. Je gaat thee drinken en een boek lezen. In een te stille kamer waarin van alles verdwijnt tot het spoken worden.

‘Hou je handen samen, ik wil geen vlekken zien.’
Je houdt je benen en handen samen. Je houdt je adem in. Je denkt nog: hemel, ik wil iets tellen. Je slaat de kruimels van je schoot, legt er een hand. Het liefst ben je voorbereid op elke mogelijkheid tot verdriet.  

‘Negen’, zeg je nog.
Ze lacht.
Je denkt: niet spoorloos. Dat is alleen het geluk op zondagavond nadat de week voorbij vloog en je niet één keer zei: ik zag de lucht dansen en wist het zeker, hier moest ik al die tijd zijn.



dinsdag 18 oktober 2016

Je ontdekte dat stiltes van bomen iets eeuwigs hebben.

Je hebt een aantal verkeerde beslissingen genomen. Je zei mensen dat het mislukkingen waren, en dat wat voorafging de hoop was dat het zou lukken. Hoop is misschien wel het gouden wolkje waar leeftijd nooit telt. Het gebeurde allemaal niet. Later vond je er het woord natroost voor uit. Het is het noodzakelijke dat volgt nadat je gesust werd met gemakkelijke woorden. Het verdriet van je afschudde en zei: hemel, laten we ophouden en een biertje pakken.

Je hebt een aantal brieven geschreven naar mensen die uiteindelijk nooit geantwoord hebben. Je stelde er moeilijke vragen over wat ze nooit zeker waren. Hoe het kwam dat stuurloosheid het gevolg was van een sterk verlangen. Je hebt zelfs even over wiskunde gepraat in de hoop het verleden recht te zetten. Je palaverde over boeken die je niet interessant vond in de hoop er harten mee te winnen die niet voor jou bestemd waren. Je won altijd van alles, en ’s avonds in bed ging je dromen over meisjes die vliegen konden.

Je hebt thee gedronken onder een boom en gevraagd of die met jou wilde zwijgen. Je ontdekte dat stiltes van bomen iets eeuwigs hebben. Voor het eerst moest je huilen. Je had nog allerhande bewijzen nodig voor later, maar besefte dat het vooral ging over niets moeten. Je glimlachte. Een keer of vijf. Je wilde eindelijk ook eens van getallen houden.

Je hebt je grootmoeder gebeld om plots opnieuw te beseffen dat ze al twee jaar gestorven is. Je zou daar met haar om lachen en taart bakken. Je zou koffie drinken. Een verhaal vertellen over toen schoenen nog op daken vlogen, je op haar sofa danste en voor het eerst ontdekte dat je heupen had. Je zou voornamelijk begrijpen dat sommige stukken hemel alleen maar gemaakt zijn om gemis aan te meten.

Je hebt alle soorten dingen gekocht die je uiteindelijk nooit zal gebruiken. Ze vullen alleen maar wat anderen nooit gezegd krijgen, geven je de zekerheid dat er ook zaken zijn in het leven die blijven. Je nodigt mensen uit die je niet echt mag. Ze kopen koekjes voor je met chocolade. Je wilde dat je er een paar eten kon. Je wilde dat je dat echt wilde. Je praat wartaal met ze. Ze vinden je grappig. Ze zeggen dat ze je grappig vinden omdat je kat ‘Cactus’ heet.

Je hebt je schoenen uitgetrokken voor het haardvuur. Je wacht op van alles. Je wacht met worden wie je eigenlijk bent om de afmetingen van ongeluk werkelijk te kennen. Je wacht op iemand die de woorden voor je openlegt, en zegt: hemel, zat jij al die tijd te wachten? Je vlecht je haren, legt je hoofd te slapen. Je hebt het altijd allemaal geweten, je hebt jezelf alles al drie keer verweten.


Je hebt een auto de straat uitgeduwd toen het vroor. Je buurman zei je dat niemand ooit zo sterk kon zijn. Je glimlachte. Hij gaf je bier. Je bleef een tijdje. Hij vertelde je over oorlog. Je hebt geluisterd. Je wist dat je dit niet mocht vergeten. Hij zat te staren, zei dat je later terug moest komen om een bokaal opgelegde krieken. Haast je niet, zei hij, ik kan alles als de beste bewaren. 

zondag 17 juli 2016

Er is helemaal niets te doen, en ook dat gaan we beleven.



Er is helemaal niets te doen, en ook dat gaan we beleven. Alle hoeken van de kamer heb je al geteld en bewoond. Dat je niet meer luistert naar je naam, omdat je die gekregen hebt van de vrouw die je nooit liefhad. Het verhaal heb je me al zeven keer verteld. Maar huilen deed je niet. Wat heb je er aan, vroeg je stil tot het voelen het van het denken overnam, en je je ogen richtte op het enige punt dat veilig was; de toppen van je tenen. 

Gezocht: mens die me leert liefhebben, plakte je aan vijf willekeurige palen in de stad. Tekende er een hart bij, hoopte daarin alles te vangen wat je gemist had. Rood werd de kleur die je begon te haten. 

We zouden vannacht samen dromen. Sommigen zeggen dat dat kan. Dat waar de één start, de ander volgt, en omgekeerd. Ik ben de volger, houd het licht daar waar je nog iets moet zien. Van elke blik die ik al ontmoet heb, kijk je het meest zoals de zee. 

Je houdt niet van eindigen, maar weet dat het niet anders kan. We kunnen niet eeuwig reizen, hebben er het geld niet voor. Dat we arm zullen worden van verdriet, tot de dromen het weer overnemen. Omdat het om evenwichten gaat. Vandaag bijvoorbeeld nog het meest van al. 

Je hebt de klok om zeven voor acht gezet, zodat we nog minstens zes minuten hebben om elkaar opnieuw te ontdekken. Je maakt je schoot vrij voor mijn hoofd. Ik kende je alleen van horen zeggen, wist dat je voornamelijk leefde voor het ongeluk, maar dat zorgde voor de beste verhalen. Je wilde schrijver worden, dacht dat vooral ging om perfect kunnen schrijven, tot je ontdekte dat het voornamelijk ging over hoe je vingers elke dag aanraken. De tijd zo schikken dat ze altijd eeuwig duurt, ook al doet ze dat nooit. Waar realiteiten stoppen, begint het wit van een blad te jeuken. 

Als we echt wisten hoe herinneringen werkten, zouden we meer gaan leven, wat je ooit eens op een muur schreef die je later zwart verfde. Het is gelezen door wie het lezen moest. En de rest zal het vanzelf weten door tegen diezelfde muur aan te knallen. Medelijden is wat ons klein houdt, en wij moeten nog zoveel leeftijden worden. 

Wees maar stil, ik heb je al een keer opgevangen. Het is niet genoeg, nooit genoeg, en alle begin begint met wankelen. Je houdt mijn hand vast, zegt niets meer, omdat alles al gezegd werd toen de zon net opkwam en jouw lichaam nog het mijne was.

woensdag 6 juli 2016

Het leven (overal) zoekt MENS


Fulltime bezigheid, online sinds 6 juli 2016

Functieomschrijving: Wie is MENS? Wat is leven?

Als MENS ben je verantwoordelijk voor je eigen leven. Je zet er gretig je tanden in met een grote dosis enthousiasme en een flinke portie moed, en durft af en toe flink uit de bocht vliegen. Je durft elke confrontatie in het leven aan te gaan, ook de zwaarste en moeilijkste. Je durft moeilijke keuzes maken, en beseft ook dat het niet zozeer gaat om het onmiddellijk maken van de juiste keuzes, maar het leren uit elke situatie die daaruit volgt. Je stelt je waarden en normen bij, op momenten die voor jou juist aanvoelen. Naast je denken durf je vol overgave in je gevoel te gaan staan, laat je toe wat daarin gezien en gehoord moet worden, durf je dat te vertrouwen als het nodig is. Je gelooft oprecht in authenticiteit en stelt daarom ook alles in het werk je eigen stem en identiteit te ontwikkelen, los van verwachtingen, verplichtingen en gewoontes. Je beseft boven alles dat leven liefde is, en omgekeerd.

Profiel: Wie ben jij? Wie wil je worden?

Je bent een m/v/x met een hoofd en hart, zoekend naar wat goed, mooi en echt is in dit leven.
-          gezond evenwicht ervaringsgericht voelen en logisch denken
-          met je hoofd tegen een muur durven knallen, gemaakte fouten omarmen zonder ze per se goed te praten
-          trouw blijven aan jezelf, aan wat jou maakt tot wie je bent
-          kwetsbaar durven zijn, en weten dat daarin werkelijke sterkte ligt
-          kracht putten uit je persoonlijk verhaal om anderen te inspireren, motiveren, appreciëren
-          down to earth dromer, omdat het één niet zonder het ander kan
-          uit ervaring weet je vooral dat ervaring erg moeilijk is
-          je beseft dat een opsomming van kenmerken belachelijk beperkend is om iemand te omschrijven!

Aanbod: Wat krijg je?

Het leven biedt jou een fulltime bezigheid aan die tot een vorm van onbetaalbare rijkdom zal leiden als je er voluit voor durft te gaan. Dat zal zich uiten in alles in het leven waar woorden als geluk, verdriet, angst, liefde, pijn de rode draad zijn.

Waar en hoe reageren?

Ben je bijna uit je stoel gesprongen van enthousiasme? Zat jij ja te knikken? Ben je geprikkeld? Durf jij naar jouw hart te luisteren? Wil jij jouw unieke stem laten horen? Ben jij die mens?


Stuur dan je brief/tekening/gedicht/kus/knuffel/foto/warmte/liefde/animatie/kunst allerhande door naar gallezlies@gmail.com met de vermelding ‘Ik ben een MENS’. Of adresseer het aan Lies Gallez, Engelendalelaan 87, 8310, Assebroek. 

zondag 27 maart 2016

Brief aan mijn onbestaand kind.

Liefste kind,

Wat heb ik me al suf gepiekerd de laatste dagen over wat je worden zal en hoe, dat de wereld niet de plaats is zoals ik je hem eigenlijk wilde geven. Maar het was geen kwestie van kiezen.

Van alle gruwelijke dingen wil ik je de pijn besparen, omdat dat iets is voor volwassen mensen, en dan nog. Het liefst wil ik dat niemand iets te lijden heeft, maar ik heb geleerd dat dat niet kan. Ik vraag me af wat jij zult leren?

Liefde, weet ik, is het antwoord op alles wat in een leven moeilijk is. Dat dat tijd vraagt, liefhebben en houden van, en tegenwoordig moet alles zo ontzettend snel gaan. Ik ben daar altijd bang voor geweest, dat we daardoor essentiële dingen verliezen, onszelf bijvoorbeeld, terwijl jij dat nog volop moet worden.

Natuurlijk zal ik je verhalen vertellen, sommige daarvan heb ik zelf geschreven. Het gaat om werelden creëren met woorden, betere varianten voor de plek die we delen, maar het is niet vluchten. Het is schuilen, en tijdelijk en er dingen leren die enkel daar te leren vallen. Dat de wereld nood heeft aan schoonheid, en dat dat verschillende vormen kan aannemen. Jij mag kiezen welke en je zult daar om glimlachen.

Wat ben ik bang voor de dag dat ik niet elke minuut van je bestaan van veiligheid zal kunnen garanderen, maar ik zal vertrouwen hebben dat jij groeit en de mens wordt die je altijd al moest zijn. Het zou mooi zijn om daar elke dag in te geloven en dat hoop te noemen. Dat we mogen hopen, en dat samen doen.

Op alle vragen die je me ooit zult stellen, zal ik niet altijd een juist antwoord hebben, wat ik moeilijk zal vinden. Maar de twijfels zal ik met je delen, je handen vasthouden en door je haren strelen. Dat sommige dingen in dit leven gigantisch verkeerd zijn, zal je leren door ook verkeerde dingen te doen en je daar later voor te excuseren.

Er zullen dagen zijn waarop alles verschrikkelijk lelijk is, omdat mensen lelijke dingen doen en daar soms zelfs geen reden voor hebben. Je zult huilen, ik ook, naast elkaar waar de troost begint. We zullen het niet begrijpen, maar dat samen doen, verenigd blijven en zijn. En beseffen dat haat niet het weerwoord is dat iemand ooit nodig heeft, integendeel.

Liefste kind, van alle dingen die je zult worden, hoop ik dat je boven al een fort van bodemloze liefde mag zijn, voor jezelf, voor alle anderen die je ontmoeten zal. Dat je daarin mag huisvesten wat je hoofd en hart nodig heeft. Dat je elke dag met mildheid naar jezelf kan kijken, uit elke gemaakte fout mag leren,  bang mag zijn en moedig, wilds en vol vertrouwen elke dag laten tellen.

Liefste kind, de wereld zoals ze vandaag is, is misschien niet bijzonder mooi, maar jij wel, en met elke blik in jouw richting raak jij het mooie, oprechte echte in mij.

Liefste kind, wat zie ik je ontzettend graag. Er zal de dag zijn waarop wij elkaar voor het eerst ontmoeten, en in dat eerste moment zullen wij een eigen taal beginnen, die van warmte en zachtheid.

Mijn liefste kind, ooit zal je van mijn wereld een betere plaats maken, tot dan is het mijn plicht om van de huidige een betere te proberen creëren, op microniveau, voor alle (ongeboren) kinderen en de dromen, voor mezelf, voor alle mooie mensen, voor de wereld, want leven is liefde en omgekeerd.

Veel liefs,

Lies