Ik
maakte gisteren toevallig kennis met een heel fijne dame, Sylvia Konior.
Misschien gaan bij sommigen nu al wat belletjes rinkelen. Ze had bloemetjesoorbellen
aan en een groene bloem in het haar. Het was haar handelsmerk, zei ze
glimlachend en overtuigd. Ze hield wel van wat overvloed, van ik
draag wat ik wil en denk jij dan maar wat jij wilt. Ik dacht onmiddellijk dat
het goed zou komen. Tot driemaal toe heeft ze mijn naam gevraagd en vertelde me
erbij dat ze het toch zou vergeten. Ze zei het me zo spontaan dat ik het haar
onmiddellijk vergaf.
Ik speurde in haar wat West-Vlaanderen op.
Geen rasecht West-Vlaams, maar heel af en toe kroop het wel in de toon van haar
woorden. Dat kan al eens gebeuren als je er al 17 jaar woont waarvan 8 jaar in
Ruislede. Eén straat van 900 mensen, dat was haar West-Vlaanderen in een
notendop. Af en toe valt er niet meer over te vertellen.
We
dronken samen koffie. Zij een latte, ik zwart. We bevonden ons in zo’n omgeving
waarover er al eens gemakkelijker over het leven wordt gepraat. Zij was een
vreemde die met groot nonchalance de plooien in mijn hoofd leek glad te
strijken. Zeven jaar is zijn nu al kunstfotografe. ‘Het leven is al saai. Laten
we het niet nog saaier maken door dingen te doen die we niet willen.’ Zo
ongeveer moet zij beslist hebben om een carrièreswitch te maken van de
biochemie naar fotografie. Met succes leek me. Ze deed aan passiepraat. In haar
taal waren beelden gekropen. Ze wil het onder andere over vrouwen hebben en
over schoonheid in de zin van: doe toch eens normaal. Waarna ze me retorisch
vroeg: maarja, ’t is toch waar. Ik knikte. Af en toe gniffelde ze kinderachtig
schattig en voelde zij zich nog het kleine stoute meisje dat jaren later via de
lens beelden vast kan leggen die iets kunnen raken bij toeschouwers.
Na
een twee uur besloot zij weg te gaan. Ik bedankte haar voor de koffie en zoveel
andere dingen tegelijkertijd. ‘Met u zal dat wel goed komen,’ herhaalde ze nog.
Op het einde leek ze zelfs van plan mijn naam te onthouden.
Op haar site kunt u het volgende lezen: ‘Alles
kan en veel is mogelijk.’
Met
die woorden gaf ze mij onbewust een nieuw motto voor het straks dat eigenlijk
al nu geworden is, voor het vinden van een job en voor het doen van mijn ding
(D!NG), voor de enige zekerheid die ik momenteel heb: mijn dromen, voor de één
september die ik als mens met een lerarendiploma oversla en voor mijn wakkere camino-blues.
Bij
deze, surft u even snel naar: http://www.konior.be/nl/en ontdek daar wat er
allemaal te bekijken, te voelen en te leven valt!