woensdag 9 maart 2016

Licht is waar geen schaduw is, zeg je.

Het is goed om te weten wat op de bodem ligt als je in je hoofd kijkt. Onder de laagjes van tijd, een meisje van negen dat met handen en voeten spoken uit de kamer jaagt, ze zitten in d’r lichaam. Daar wordt verder niet gesproken en met elke stilte begrijp je iets anders tot je opnieuw geboren wordt. Wat wit is, begraaft een plaats van mogelijkheden, weet je. En weten is uiteindelijk ook een vorm van beginnen.

Het liefst van al kijk je gewoon, terwijl er iemand naast je zit die naar jou kijkt. Je blik volgt, weet wat je daarin denkt. Van alle zwart is dat wat jij bewoont mooist, zegt hij. Je lepelt het uit om er later de vruchten van te plukken. Er iets van te maken dat zinvol is, dat het alle woorden mag hebben waardoor het er ruikt naar thuiskomen. Het moet een geheel worden van verschillende delen die je telkens met een ervaring betaald hebt tot je weer een lichaam hebt.

Misschien gaat het daar zelfs niet om, zegt hij, dat niet over alles boeken geschreven moeten worden. Soms gebeurt het dat keuzes momenten worden waarin alle bestaanbare toekomsten en verledens samen zitten, en jij de enige bent die hen het zwijgen kan opleggen. Je slaat je armen om hem heen, wil bij voorkeur wegwaaien én blijven.

Als ik sterker was, zeg je, terwijl je op de toppen van je tenen gaat staan, dan hoefde ik niets en kon ik alles. Wat geloven daarin eigenlijk doet, is je buigzaam maken in plaats van breekbaar. Dat als elke dag toch gewoon als een andere is, je de zon verplaatst tot die samenvalt met elke leeftijd die je wilde vergeten. Licht is waar geen schaduw is, zeg je. Licht is waar alles gewichtloos is, voor wie het van zwaartekracht wint, voeg je nog toe.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten